Module 2

jouw team 

  1. gedragsstijlen (MapsTell, verdieping)
  2. het talent van je teamleden
  3. cultuur en groepsdynamica

Wat ga je leren?

Deze module geeft je meer zicht op hoe jij je verhoudt tot anderen. Hoe je nog beter kunt aansluiten bij teamleden, zodat je samen meer voor elkaar krijgt en prettiger werkt. 

Je weet welk talent je teamleden hebben en je hebt meer inzicht in hoe een werkcultuur zich opbouwt en hoe groepen werken. Dit helpt om patronen bij jezelf en in je team te herkennen.

Terug naar training overzicht

1. Gedragsstijlen

In module 1 heb je je eigen gedragsstijl verkent. In deze module ga je in de Wereld van verschil van MapsTell op reis naar delen van de wereld waar jij misschien minder bekend mee ben, waar je je soms aan irriteert, over verbaast of die je wellicht liever uit de weg gaat. 

Je krijgt tips hoe je kunt omgaan met mensen met een andere gedragsstijl. Hoe beter je je communicatie afstemt op de ontvanger, des te meer je kunt bereiken. En het scheelt ook energie!

Doe nu eerst de opdrachten uit het werkboek rechts –> 

Verken de Wereld van Verschil zelf en kijk daarna de les over gedragsstijlen. 

 

l

Oefening werkboek

 

Gedragsstijlen 

Oefening 1: Pak de Wereld van verschil

 

 

l

Oefening werkboek

 

Het talent van je teamleden 

Oefening 2: In module 1 heb je je eigen talent benoemd. Kun je dit ook doen voor je teamleden?

 

 

 

 

2. Groepsdynamica

Groepsdynamica gaat over de processen die zich in een groep afspelen. Daarbij is een groep een verzameling individuen die elkaar beïnvloeden. Belangrijke elementen van groepsdynamica zijn de context en de wederzijdse beïnvloeding.

De context waarin een groep zich bevindt heeft invloed op het gedrag van de groep. De context is de omgeving, met verschillende rollen/functies en met de daarbij behorende regels, waarden, en doelen.

De wederzijdse beïnvloeding is een belangrijk kenmerk van een groep. De actie van een lid van de groep wordt gestimuleerd door de actie van een ander lid. Actie-reactie dus.

Een groep is nog geen team. Een team is een groep met een gezamenlijk doel. Wil je een goed functionerend team creëren, houd er dan rekening mee dat een team tot 12-13 leden het beste tot zijn recht komt. Als het team groter wordt, dan wordt het steeds lastiger om de veiligheid en openheid in het team te waarborgen. Ook kost het extra moeite om een gezamenlijk en gedeeld doel te formuleren en de bijdrage van elke teamlid hierin helder te houden.

TIP: als je team groter is dan 13 mensen, zorg dan dat je subteams maakt met eigen subdoelen. Overleg dan ook niet altijd met de gehele groep. Maar zorg wel dat er overlap is.

Een team kan je zien als een systeem (systeemtheorie). Net als je gezin, de buurt, en de sportclub. Een systeem houdt zichzelf in stand. Als een team niet goed samenwerkt en je besluit bijvoorbeeld om het teamlid dat altijd negatief doet uit het team te halen, zal een ander teamlid zijn/haar rol overnemen. Daarom is het zaak te kijken naar wat zich onder de waterlijn afspeelt, naar de onderstroom.

De kracht van een groep is groot.

Groepen houden niet van verschil. Dat zie je in klassen, degene die het meest verschilt van de groep wordt vaak gepest. Dat zit in ons gedrag, dat blijft zo en is in teams niet anders. Gelukkig kun je interveniëren in de groep, waardoor het veiliger en leuker wordt. Dat is precies wat jij als leider van de groep te doen hebt. 

In de volgende paragraaf zet ik kort uiteen welke fasen er zijn in teamontwikkeling. Het is de kunst om te kijken naar het gedrag in jouw team. vervolgens maak je een inschatting van de fase waarin jouw team zich bevindt en pas je je stijl van leidinggeven aan op deze fase.

 

 

 

Fase 1

De vluchtfase

In een startende groep zijn we als mens vooral bezig met vragen als ben ik hier veilig, hoe kan ik vluchten, wil ik hier wel zijn? Je kunt je er vast iets bij voorstellen dat je dan als groep niet zo effectief samenwerkt. Dat wil overigens niet zeggen dat individuele teamleden en kleine groepjes geen goede resultaten boeken. 

Typisch waarneembaar gedrag voor de vluchtfase:

  1. door elkaar heen praten of juist heel stil zijn
  2. vage communicatie, voorzichtig, veel herhalingen
  3. aannames (hij zal wel van mij vinden dat… of zij is…)
  4. alle communicatie via jou als leidinggevende
  5. geen initiatief

Rol leidinggevende: het wordt pas veilig als je team weet wat de kaders zijn waarbinnen zij hun werk kunnen doen. Wat is het doel (taakdoel)? en ook hoe wordt het samengewerkt (samenwerkingsdoelen)?

  • duidelijke structuur/kaders 
  • sturen op nakomen van afspraken.

 

Fase 2

De vechtfase

Als teamleden meer helderheid hebben over hun taak, de doelen van het team duidelijk zijn en men elkaar wat beter op waarde kan inschatten, dan wordt het veiliger in de groep. Zo veilig, dat ook de verschillen helder worden. En als de verschillen helder worden, dan komen er ook meningsverschillen. Dat levert strijd op!

Typisch waarneembaar gedrag voor de vechtfase:

  1. meer onderlinge interactie
  2. de eigen zin doordrijven en ja-maaren
  3. zichzelf of anderen beschuldigen / zich juist terugtrekken
  4. conflicten: we doen net of ze er niet zijn óf emotioneel
  5. bondjes

Rol leidinggevende: val niet in de valkuil dat je de boel gaat sussen! Strijd is nodig om verder te komen. Help je team om samen tot overeenstemming te komen.

  • coachen op conflictvaardigheden 
  • stimuleren van feedback

Fase 3

De samenfase

Als het team geleerd heeft om met verschillen om te gaan en er samen uit te komen, dan wordt het team effectiever. Het gaat echt samenwerken. Daarbij worden de verschillen van buitenaf nog buiten gehouden. Het team is erg met zichzelf bezig en heeft nog niet zoveel oog voor de buitenwereld.

Typisch waarneembaar gedrag voor de samenfase:

  1. blind vertrouwen
  2. feedback
  3. conflicten worden opgelost
  4. verschillen houden we buiten het team
  5. afzetten tegen de buitenwereld

Rol leidinggevende: help  je team de context te zien door 

  • oog voor de context in te brengen
  • het team te coachen zodat het zelf de buitenwereld gaat betrekken

 

Fase 4

De werkfase

Als het team ook de context beter weet binnen te brengen, dan wordt het echt 1 + 1 = 3. Jouw rol als leidinggevende kan dan wat meer op afstand worden. 

Typisch waarneembaar gedrag voor de werkfase:

  1. een open team
  2. teamleden zetten zich in obv kwaliteit en intuïtie
  3. er wordt effectief aan een helder doel samengewerkt
  4. er is ruimte om de buitenwereld binnen te laten
  5. teamleden coachen elkaar 

Rol leidinggevende: 

  • op afstand faciliterend
  • reflecterend
  • gericht op innovatie

Het gebeurt vaak dat teams goed op weg zijn en dan even terugvallen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als er een teamlid vertrekt, als er een nieuwe leidinggevende komt, maar ook door externe invloeden. Het team is onderdeel van een groter geheel, in de systeemtheorie praten we dan over verschillende systemen. Een team is zelf een systeem, maar maakt ook weer deel uit van grotere systemen. Zoals ook ieder mens deel uitmaakt van verschillende systemen, die van invloed zijn op zijn of haar leven (gezin, sportclub, buurt, stad, land etc.).

Nu de wereld door Covid-19 op zijn kop staat, is het grote systeem aan het zoeken naar een nieuw evenwicht. Regeringen zoeken, organisaties zoeken en daarmee zoeken ook veel teams weer naar een nieuw evenwicht. Dit kost tijd en energie en het is dan ook zeker niet vreemd dat jouw team op dit moment anders functioneert dan voor de Corona crisis.

Dit betekent wel dat je steeds opnieuw moet kijken naar het gedrag van je team. Dat is een blijvend proces!

3. Cultuur

 

Een cultuur is er niet van de een op de andere dag. Mensen maken samen de cultuur. Kijk maar eens naar de cultuur in Nederland. Een systeem (een land, een organisatie, een team of een gezin bv) houdt de cultuur graag in stand. De discussie over het feest van Sinterklaas, het verbod op vuurwerk, dat is niet voor niets. Mensen houden niet van verandering en systemen houden zichzelf graag in stand. 

In een organisatie en in een team is dat ook zo. Er zijn vele onderzoeken waarin bv de groepsdruk is onderzocht. Deze is groot, zo groot dat je je als individu sneller aanpast dan je zou verwachten of hopen. Aan jou als teamleider de taak om het zo veilig te maken in je team dat iedereen zichzelf kan zijn, dat teamleden zich gehoord voelen, naar elkaar luisteren én zo hun talent kunnen inzetten en ontwikkelen. 

Heb ook compassie en geduld. Een cultuur is ook met jouw interventies niet in een paar weken veranderd.